vrijdag 25 oktober 2019

Twee archiefdozen vol

Twee archiefdozen vol wedstrijdteksten, dat vond ik enkele weken geleden in een hoekje op mijn zolder. Ik had geen flauw idee dat ze er nog stonden, tot ik ze per toeval ontdekte. Ik ging er meteen mee aan de slag. Alvorens te beginnen met inscannen, heb ik eerst alle titels toegevoegd aan mijn database. Op die manier ontdekte ik snel welke teksten ik al had en welke nog niet. Slechts een beperkt aantal teksten zaten er al in; de grote meerderheid – maar liefst tachtig Nederlandse, Duitse en Franse teksten, samen goed voor bijna vijfhonderd pagina’s – was nieuw. Wat een vondst!

Voor zover dat bij de teksten vermeld stond, noteerde ik ook de wedstrijd waarvoor de teksten gebruikt waren, en de bron (de namen van de auteurs en de boeken of tijdschriften waaruit de teksten overgenomen waren). Enigszins tot mijn verbazing vond ik een groot aantal teksten van het (West-)Vlaams Kampioenschap, die in het archief van Gabriël ontbraken. Dat archief had ik eerder al voor het grootste deel doorgenomen op zoek naar bruikbaar materiaal: niet alleen wedstrijdteksten, maar ook wedstrijdverslagen. Die verslagen worden binnenkort gepubliceerd in Verzamelde typeverslagen Volume 2, een vervolg op mijn verzamelwerk van enkele jaren geleden.

Ik vond ook de Nederlandse wedstrijdteksten van twee wereldkampioenschappen: Luzern 1983 en Dresden 1989. Ik heb nu alvast meer dan voldoende materiaal voor nog enkele bijkomende volumes van Het Grote Wedstrijdtekstenboek. Maar eerst is er natuurlijk nog veel werk aan de winkel. De tachtig nieuwe teksten zijn ondertussen ingescand en ge-OCR’d, maar ze moeten nog allemaal gespellcheckt en nagelezen worden. Het OCR-proces is immers niet feilloos, en bovendien zijn vele teksten nog in de oude spelling (met woorden als ‘produktie’ en ‘aktiviteiten’ in plaats van ‘productie’ en ‘activiteiten’). Alles moet aangepast worden aan de hedendaagse spelling, zodat de teksten gebruikt kunnen worden als oefenmateriaal.

Ik heb alvast een geüpdatete titelindex gepubliceerd. Op heden bevat mijn wedstrijdtekstenarchief maaf liefst 645 titels in verschillende talen, waarvan reeds 286 opgenomen in de zes reeds verschenen volumes van Het Grote Wedstrijdtekstenboek. Van die 645 teksten is iets meer dan de helft (363) in het Nederlands, de rest (282) in het Duits, Frans, Engels en andere Europese talen. Elk van de tot nu toe verschenen volumes bevat een mix van Nederlandstalige en anderstalige teksten.

Heb je ook een vondst gedaan op zolder, of in de onderste lade van je kast? Aarzel niet en stuur ze me op! Dan worden ook jouw teksten opgenomen in een volgend volume van Het Grote Wedstrijdtekstenboek.

vrijdag 6 september 2019

Aanslagen of tekens per minuut?

Aanslagen

Al zo lang ik deelneem aan typewedstrijden – al van in 1979, ja, zó oud ben ik al! – tellen we geen tekens, maar aanslagen. Het principe is eenvoudig: telkens je op het klavier een toets indrukt, is dat één aanslag. Iedere kleine letter is dus één aanslag, maar een hoofdletter is goed voor twee aanslagen. Je moet immers niet enkel de toets met de betreffende letter aanslaan, maar ook nog de linker- of rechterhoofdlettertoets. Volgens hetzelfde principe is een spatie één aanslag, en leveren sommige leestekens één, andere twee aanslagen op, afhankelijk van of je de hoofdlettertoets nodig hebt of niet. Op een azertyklavier zijn de cijfers en de punt telkens twee aanslagen; op een qwertyklavier maar één. Er zijn ook tekens waar je meer dan twee aanslagen voor nodig hebt, zoals de tekens die je typt in combinatie met de hoofdlettertoets én een (dode) accenttoets.

Waarom tellen we de aanslagen en niet de tekens? Omdat dat de eerlijkste manier is om je typesnelheid te meten. Teninste, dat wás het, zolang we met mechanische, elektrische of elektronische schrijfmachines typten. Eenmaal de computer zijn intrede deed, kwam daar verandering in.

Wanneer je een tekstverwerkingsprogramma zoals Microsoft Word gebruikt om mee te doen aan een typewedstrijd, dan is er immers niets dat je belet om gebruik te maken van alle toeters en bellen die zo'n programma in zijn mars heeft. Dan denk ik in de eerste plaats aan spellingcontrole, waarmee je fouten kunt opsporen en corrigeren. Dat levert je niet meer aanslagen op, maar minder strafpunten. Ook autocorrectie kan erg nuttig zijn: via autocorrectie worden vaak gemaakte typefouten automatisch gecorrigeerd, maar je kunt deze feature ook gebruiken om meer punten te halen. Autocorrectie laat je immers toe om afkortingen in je tekst te gebruiken, die dan automatisch door de software voluit geschreven worden. Zo haal je meer tekens en dus meer punten.

Het gevolg is echter dat je niet meer precies kunt zien hoeveel aanslagen er nu eigenlijk nodig geweest zijn om een tekst te produceren. Wanneer je bijvoorbeeld via autocorrectie de afkorting ‘eu’ telkens hebt laten vervangen door ‘Europese Unie’, dan worden er 15 aanslagen geteld (13 tekens + tweemaal de hoofdlettertoets), terwijl je in werkelijkheid maar twee tekens getypt hebt en maar twee aanslagen gemaakt hebt.

Tekens per minuut

Bij de organisatoren van het WK wordt er daarom al een tijdje over nagedacht om voortaan niet langer de aanslagen, maar de tekens te tellen. Het idee is dat het er bij de wedstrijd TP (tekstproductie) op aankomt om zo veel mogelijk tekst te produceren, en dat het aan de deelnemer is om dat op een zo efficiënt mogelijke manier te doen. Iemand die ‘Europese Unie’ telkens voluit typt, doet dat minder efficiënt dan iemand die via autocorrectie de afkorting ‘eu’ laat omzetten in twee voluit geschreven woorden. Het resulterende aantal tekens is hetzelfde, maar het benodigde aantal aanslagen (en dus de benodigde tijd) is dat niet.

Voordelen

Wanneer er niet langer aanslagen, maar tekens geteld worden, maakt dat de zaken een heel stuk eenvoudiger. Het aantal tekens tellen is simpel en niet voor interpretatie vatbaar. Iedere spatie, ieder cijfer, ieder leesteken en iedere letter zijn telkens één teken. Het speelt daarbij geen rol of het een kleine letter of een hoofdletter is, of een letter met of zonder accent. Je hebt geen ingewikkelde software nodig om het aantal tekens te tellen. Zowel Microsoft Word als LibreOffice Writer kunnen je zonder veel moeite het aantal tekens vertellen. Aanslagen tellen is heel wat moeilijker. Hoeveel aanslagen er voor een bepaald teken nodig zijn, is immers afhankelijk van de gebruikte toetsenbordlay-out. Aanslagen tellen voor een azertyklavier is niet hetzelfde als aanslagen tellen voor een qwertyklavier. Aanslagen tellen kan daarom alleen met gespecialiseerde software die rekening houdt met het gebruikte toetsenbord, en Word of Writer kunnen je daarbij niet helpen.

Bezwaren

Uiteraard kun je een aantal bezwaren opwerpen. Als je geen gebruik kunt maken van hulpmiddelen zoals autocorrectie of toetsenbordmacro’s, dan is het aantal aanslagen nog steeds een betere maatstaf voor je prestatie dan het aantal tekens. Daarom is het wellicht beter om geen tekens maar aanslagen te blijven tellen bij wedstrijdvormen die dergelijke hulpmiddelen niet toelaten, zoals de Intersteno-internetwedstrijd, waar iedere deelnemer verplicht met de TAKI-software moet werken, of het Nederlands Kampioenschap Typen, waar gebruik gemaakt wordt van de QMTT-software.

Een ernstig bezwaar is dat door het tellen van het aantal tekens sommige taalgroepen benadeeld en andere bevoordeeld worden. In de meeste Nederlandse zinnen staat bijvoorbeeld maar één hoofdletter, namelijk aan het begin. In het Duits begint echter ieder zelfstandig naamwoord met een hoofdletter. Daardoor bevat een Duitse tekst veel meer hoofdletters, en voor elk van die hoofdletters heb je telkens de hoofdlettertoets en dus een extra aanslag nodig. Wanneer een Nederlandse en een Duitse deelnemer even snel typen (d.w.z. in dezelfde tijd evenveel aanslagen maken), dan zal de Nederlandse typist aan het einde van de rit meer tekens geproduceerd hebben dan de Duitse. Je begrijpt dat vooral de Duitsers dus niet staan te springen om tekens te tellen en veel liever bij de aanslagentelling blijven.

Of er aanslagen of tekens worden geteld, zal dan een verschil maken in de rangschikking, en daar zullen de Duitsers niet blij mee zijn. Op het WK, of bij het moedertaal-onderdeel van de internetwedstrijd, typt iedere deelnemer in zijn eigen taal. Zolang je deelnemers van eenzelfde taalgroep onderling met elkaar vergelijkt, is er geen probleem: iedereen heeft dan even vaak of even weinig de hoofdlettertoets moeten gebruiken. Het probleem stelt zich echter wanneer je deelnemers uit verschillende taalgroepen met elkaar vergelijkt, zoals op het WK: een Duitse deelnemer zal immers vaker de hoofdlettertoets moeten gebruiken dan een Nederlandse deelnemer. Wanneer tekens in plaats van aanslagen worden geteld, zal het daarom voor de Nederlander makkelijker zijn om hoger in de rangschikking te klimmen dan voor de Duitser.

Nog een ander bezwaar is dat het, door tekens in plaats van aanslagen te tellen, moeilijker wordt om te slagen. Iedereen zal immers sneller moeten typen. Momenteel is de minimumsnelheid voor de senioren op het WK vastgelegd op 360 aanslagen per minuut. Wanneer de tekens worden geteld en de minimumnorm op 360 tekens per minuut komt te liggen, wordt dat moeilijker. De Nederlandse tekst van het WK van 2019 in Cagliari telt exact 24.609 tekens. Tel je de aanslagen volgens het Belgische azertyklavier, dan kom je aan 24.976 aanslagen. In de veronderstelling dat deze 12 pagina’s tellende tekst min of meer representatief is voor alle Nederlandstalige teksten, dan zou dat betekenen dat 100 tekens overeenkomen met gemiddeld 101,49 aanslagen. Om te slagen zou je dan na 30 minuten geen 10.800 (30 × 360) aanslagen, maar 10.800 tekens moeten halen, wat overeenkomt met 10.961 aanslagen. Je zou met andere woorden anderhalf procent sneller moeten typen dan nu het geval is. Om het verschil te compenseren zou de snelheidsnorm van 360 aanslagen per minuut ‘verminderd’ moeten worden naar 355 tekens per minuut, maar dat zullen de organisatoren natuurlijk niet doen. Ze zullen naar alle waarschijnlijkheid, heel begrijpelijk, veel liever het getal 360 willen blijven behouden.

Bovendien zou een dergelijke compensatie per taalgroep anders moeten zijn. De Duitse tekst van Cagliari telt 25.600 tekens, of uitgeteld volgens het Duitse qwertzklavier 26.656 aanslagen. Voor het Duits komen 100 tekens dus overeen met 104,13 aanslagen! Duitse deelnemers zouden dan al 11.245 aanslagen moeten typen om te slagen, of 4,13 procent sneller dan nu, een veel groter verschil dan voor het Nederlands! Voor hen zou een eerlijke compensatie neerkomen op een aanpassing van de minimumsnelheid naar 345 tekens per minuut...

Uiteraard zal zo'n compensatie van de minimumnorm er niet komen. Het valt aan buitenstaanders erg moeilijk uit te leggen dat de norm per taal zou verschillen, en het zou de zaken weer ingewikkelder in plaats van eenvoudiger maken. Een Duitse tekst van 10.800 tekens produceren zal hoe dan ook moeilijker blijven dan een even lange Nederlandse of Engelse tekst overtypen.

Samenvatting

De overstap van aanslagen naar tekens per minuut zou een grote vereenvoudiging kunnen betekenen bij het berekenen van de resultaten. Tekens zijn immers heel eenvoudig te tellen en het is voor alle deelnemers gelijk, ongeacht het gebruikte toetsenbord. Aanslagen tellen is ingewikkelder en is bovendien afhankelijk van het gebruikte klavier.

Het voorstel om voortaan tekens in plaats van aanslagen te tellen is niet alleen ingegeven door vereenvoudiging, maar ook door het feit dat aanslagen niet langer relevant zijn wanneer gebruik gemaakt kan worden van macro’s of autocorrectie, waarmee met weinig aanslagen veel tekens ineens geproduceerd kunnen worden.

Een nadeel is dat het moeilijker wordt om te slagen wanneer de overstap niet gecompenseerd wordt door een aanpassing van de snelheidsnorm, en dat een eerlijke compensatie taalafhankelijk zal moeten zijn, wat de zaken weer ingewikkelder in plaats van eenvoudiger maakt. Een dergelijke compensatie is dan ook onwaarschijnlijk en wellicht ongewenst.

Het grootste bezwaar tegen de overstap is echter dat de impact van deze maatregel niet op alle deelnemers even groot zal zijn. Bepaalde taalgroepen (lees: de Duitsers) zullen op een internationale wedstrijd immers benadeeld worden ten opzichte van andere groepen deelnemers.

Het is maar de vraag of de organisatoren uit dit dilemma zullen geraken. Misschien is het toch beter om alles bij het oude te laten en aanslagen te blijven tellen in plaats van tekens, ook al dekt het begrip ‘aanslag’ niet meer helemaal dezelfde lading als vroeger. Het huidige systeem is immers even eerlijk voor iedereen, ongeacht in welke taal of met welk toetsenbord er getypt wordt.

Deelnemers die klagen dat ze benadeeld zijn omdat ze geen gebruik maken van autocorrectie, weten wat hen te doen staat: leer Word of Writer op een efficiënte manier gebruiken, je kunt er alleen maar je voordeel mee doen! Iemand die maar met twee vingers typt, moet immers ook niet komen klagen dat hij benadeeld wordt ten opzichte van deelnemers die ze alle tien gebruiken.

donderdag 5 september 2019

Autocorrectie bij TP

TP versus TAKI

De wedstrijd TP (Text Production) bij de wereldkampioenschappen is een heel andere wedstrijd dan de Intersteno-internetwedstrijd. Bij de internetwedstrijd ben je verplicht de web-gebaseerde TAKI-software van Intersteno te gebruiken, bij TP gebruik je je eigen tekstverwerker, bijvoorbeeld Microsoft Word of LibreOffice Writer. Eigenlijk kun je om het even welke teksteditor gebruiken, zolang je het bestand maar kunt opslaan als RTF (Rich Text Format).

Dat maakt een heel groot verschil. Bij TAKI heb je maar beperkte mogelijkheden om de tekst die je hebt ingetoetst, nog aan te passen. Een fout kun je alleen maar verbeteren met de backspace-toets, waarmee je het laatst getypte teken of de laatst getypte tekens weer kunt wissen. Merk je dat je een paar regels eerder een fout hebt gemaakt, dan heb je pech. Dan moet je kiezen: ofwel laat je de fout staan – je verliest dan geen tijd met verbeteren, maar je weet dat de fout je zal worden aangerekend –, ofwel verwijder je met backspace alle tekst tot aan de fout en begin je vanaf dat punt opnieuw. Dat laatste kost je veel tijd en aanslagen.

Met je tekstverwerker daarentegen kun je heel snel de cursor herpositioneren waar je wilt (met de pijltjestoetsen of met de muis) om eerder gemaakte fouten te verbeteren en daarna weer verder te typen. En je hebt nog tal van bijkomende mogelijkheden. Zo kun je bijvoorbeeld gebruik maken van spellingcontrole en van autocorrectie.

Spellingcontrole

Met spellingcontrole zijn de meeste gebruikers wel vertrouwd. Is de spellingcontrole actief tijdens het typen, dan worden niet-herkende woorden meteen gemarkeerd met een rood golflijntje. Zo vallen ze op en kun je ze verbeteren. Maar let op: spellingcontrole is geen wondermiddel. Heb je een woord te veel of te weinig getypt, of heb je een ander (bestaand) woord getypt dan wat er in de opgave staat, dan zal spellingcontrole je daarvoor niet kunnen waarschuwen! Bovendien is het ook heel goed mogelijk dat een correct overgetypt woord (bijvoorbeeld een eigennaam, een neologisme, een zeldzame samenstelling of een woord in een andere taal) niet door spellingcontrole herkend en dus als (mogelijk) fout gemarkeerd wordt.

Autocorrectie

Ook autocorrectie is een bijzonder handige functie, waar lang niet alle gebruikers vertrouwd mee zijn. Autocorrectie zorgt ervoor dat tijdens het typen een aantal zaken automatisch vervangen worden. Zo worden rechte aanhalingstekens standaard vervangen door gekrulde aanhalingstekens, en wordt een (kort) liggend streepje met een spatie ervoor en erna vervangen door een (langer) gedachtestreepje. Daar hadden we het in een eerder artikel al over. Ook veelgemaakte fouten worden door autocorrectie automatisch hersteld. Typ je bijvoorbeeld ‘hte’, dan maakt autocorrectie daar automatisch ‘het’ van, wat waarschijnlijk de bedoeling was.

Voor het herstellen van fouten werkt autocorrectie met een lijst van vaak fout gespelde woorden, die dan automatisch door het correcte woord vervangen worden. Zowel Word als Writer hebben een standaard-autocorrectielijst (ook vervangtabel genoemd) per taal. Je kunt het gebruik van de vervangtabel in- of uitschakelen, en je kunt er woorden aan toevoegen of uit verwijderen.

Afkortingen

Hoewel autocorrectie in eerste instantie bedoeld is voor het automatisch corrigeren van vaak gemaakte fouten, kun je het systeem ook op een creatieve manier inzetten. In plaats van een verkeerd gespeld woord te vervangen door het goede woord, kun je bijvoorbeeld ook een afkorting vervangen door een of meer voluit geschreven woorden.

Een voorbeeld: op het WK tekstproductie worden heel vaak teksten gebruikt die over de Europese Unie gaan. Je kunt er bijna prat op gaan dat de woorden ‘Europese Unie’ minstens een paar keer in de tekst zullen voorkomen. Welnu, door aan de autocorrectielijst bijvoorbeeld de afkorting ‘eu’ toe te voegen en die afkorting te laten vervangen door ‘Europese Unie’, kun je heel wat voordeel halen. Stel dat in de opgaventekst volgende zin staat:

De Europese Unie moet beleidsmaatregelen als hefboom gebruiken.

Je kunt dit nu overtypen als volgt:

De eu moet beleidsmaatregelen als hefboom gebruiken.

Van zodra je na ‘eu’ op de spatiebalk drukt, zal autocorrectie ‘eu’ automatisch vervangen door ‘Europese Unie’. Je hebt daarmee twee zaken bereikt: je hebt 13 aanslagen cadeau gekregen (want je hebt maar twee toetsen aangeslagen terwijl er 15 aangerekend zullen worden, namelijk 13 tekens + 2 hoofdletters) en je hebt het risico vermeden om in ‘Europese Unie’ een typefout te maken. Rekening houdend met de grote kans dat ‘Europese Unie’ minstens een keer of tien in de tekst voorkomt, is dat een behoorlijke winst!

Uiteraard weet je niet op voorhand welke woorden allemaal zullen voorkomen in de opgaventekst van de volgende typewedstrijd, en het is best mogelijk dat bij de volgende wedstrijd de tekst niet over de Europese Unie gaat, maar je kunt voor jezelf een lijst aanleggen van vaak voorkomende woorden waarvoor het de moeite loont om met een afkorting te werken. Je moet al die afkortingen natuurlijk wel onthouden, én je moet er ook voor waken dat de afkorting die je kiest op zich geen bestaand woord is, dat misschien ook in de tekst zou kunnen voorkomen.

Punten en hoofdletters

Autocorrectie kan nog veel meer. Er zijn heel wat autocorrectie-opties die je naar believen kunt in- of uitschakelen. Een van de mogelijkheden is bijvoorbeeld om iedere zin automatisch met een hoofdletter te laten beginnen. Ook al heb je een kleine letter getypt, autocorrectie zorgt er dan voor dat iedere nieuwe zin een hoofdletter krijgt. Een zin begint per definitie bij het eerste woord van het document, bij het eerste woord van een nieuwe alinea (d.w.z. na een druk op de return-toets), en bij het eerste woord na een vraagteken, een uitroepteken of een punt.

Dat laatste houdt echter een gevaar in. Een punt betekent immers niet noodzakelijk het einde van een zin; een punt kan ook aan het einde van een afkorting staan, waarna de zin gewoon (met een kleine letter) verdergaat. De makers van Word en van Writer zijn zich bewust van dat probleem, en hebben er ook een oplossing voor: naast de eerder genoemde vervangtabel gebruikt autocorrectie nog een tweede lijst: een lijst van afkortingen waarna niet noodzakelijk een hoofdletter volgt. Ook dat kwam al aan bod in een eerder artikel. Als je van deze optie gebruik maakt, moet je goed opletten: wanneer de tekst afkortingen bevat die niet in de lijst staan, dan kan het volgende woord ongewild een hoofdletter krijgen! Vind je de optie handig en wil je ze gebruiken, dan zul je bijna zeker een of meer afkortingen aan de lijst moeten toevoegen.

Tot slog nog deze tip: merk je dat autocorrectie een aanpassing doet die je niet wilt, dan kun je meteen daarna op Ctrl+Z drukken. Daarmee maak je de aanpassing weer ongedaan.

Toetsenbordlay-out

Nóg een manier om méér punten te halen op een typewedstrijd, is deze. Je kunt een eigen toetsenbordlay-out maken, iets wat je trouwens ook moet doen wanneer je bij de meertalige internetwedstrijd Oost-Europese talen wilt typen. Die talen bevatten tekens die niet op je toetsenbord staan, bv. de o en u met Hongaarse umlaut (ő, ű) of de s met cédille in het Turks (ş).

Maar zelfs wanneer je in het Nederlands typt, kun je baat hebben bij een licht aangepaste toetsenbordlay-out. Het Belgische azertyklavier is niet erg efficiënt. Zo heb je telkens de hoofdlettertoets nodig wanneer je een punt wilt typen (in tegenstelling tot het Nederlandse of Amerikaanse qwertyklavier). Als je een eigen lay-out maakt waarbij de punt ook zonder hoofdlettertoets getypt kan worden (bijvoorbeeld met de punt op de plaats van de puntkomma), dan kun je, in combinatie met de optie waarbij iedere zin automatisch met een hoofdletter begint, heel wat aanslagen winnen. Je hebt dan bij een nieuwe zin immers geen hoofdlettertoets meer nodig! Je moet dan wel zorgen dat je de puntkomma op een andere manier kunt typen, maar puntkomma’s komen doorgaans slechts heel zelden voor.

donderdag 4 juli 2019

Update volumes 1-5

In de aanloop naar het WK van 2019 in Cagliari is er weer flink gebruik gemaakt van de GWTB Service. Jullie hebben met z’n allen heel wat pagina’s overgetypt. Daarbij zijn in meerdere teksten foutjes aan het licht gekomen, die we met deze update graag willen rechtzetten.

In elk van de vijf eerder verschenen volumes zijn meerdere teksten inhoudelijk aangepast. Heb je een of meer van deze teksten eerder al afgedrukt, dan raden we je aan dat opnieuw te doen nadat je de geüpdatete PDF-bestanden gedownload hebt – je vindt ze op de Downloads-pagina.

Het gaat om de teksten met deze volgnummers:

  • Volume 1: 109, 122, 124
  • Volume 2: 217, 222, 225, 228, 231
  • Volume 3: 318, 321, 331, 334
  • Volume 4: 426, 431, 442
  • Volume 5: 530, 531, 537, 538, 544, 547

Hier en daar stond onterecht een punt midden in een zin, stond er een punt in plaats van een komma, stond er een kleine letter in plaats van een hoofdletter, of stond er een afbreekstreepje midden in een woord. Dat soort fouten is vaak een gevolg van onvolkomenheden bij het OCR’en (het omzetten van de ingescande pagina’s naar bewerkbare tekst).

Enkele teksten bevatten ook grote getallen, die door middel van spaties verdeeld waren in groepjes van drie cijfers, bv. ‘1 600 000’. Hoewel de NBN-norm inderdaad voorschrijft dat tussen cijfergroepen een spatie getypt moet worden, ben ik zelf absoluut geen voorstander van deze manier van werken. – Ter info: NBN (Bureau voor Normalisatie), is de nieuwe naam voor het vroegere BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie).

Bij wedstrijdteksten is het niet de bedoeling dat je vaste spaties typt, en wanneer je een gewone spatie typt tussen ‘1’, ‘600’ en ‘000’ loop je het risico dat de ‘600’ op het einde van een regel terechtkomt en de ‘000’ op het begin van de volgende regel. Zoiets willen we natuurlijk vermijden.

Neen, ik ben van mening dat de enige functie van de spatie is om woorden van elkaar te scheiden, en dat ze bijgevolg niet gebruikt moeten worden midden in een getal. Ik pleit er daarom hevig voor om in grote getallen geen (vaste) spatie maar een punt te gebruiken als scheidingsteken bij cijfergroepen, zoals dat ook in de meeste andere Europese landen gebruikelijk is. De teksten waarin dit probleem voorkwam, heb ik dus in die zin aangepast: geen spatie meer, maar een punt. In Engelssprekende landen gebruikt men daarvoor overigens een komma (bv. ‘1,600,000’). In die landen gebruikt men de punt als decimaalteken.

Daarbij kan het ook geen kwaad op te merken dat de NBN-norm waarnaar hierboven verwezen wordt, voornamelijk een richtlijn is voor het indelen en typen van brieven, verslagen en andere zakelijke documenten, en dat het NBN niet beschouwd moet worden als een autoriteit op het gebied van typografie. De enige argumentatie die NBN geeft om de punt niet als scheidingsteken te gebruiken is omdat ‘die punt zou verward kunnen worden met het Angelsaksische decimaalteken’. Dat argument houdt natuurlijk geen steek, want in Nederlandse teksten gebruiken we het Nederlandse decimaalteken (een komma), niet het Angelsaksische!

Volume 6

Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 6

Ik ben nu ruim twee jaar bezig met dit project, en vandaag kan ik jullie al Volume 6 van Het Grote Wedstrijdtekstenboek voorstellen.

In dit zesde volume zijn een relatief groot aantal kortere teksten opgenomen, maar er is ook gezorgd voor vijf langere Nederlandstalige teksten, geschikt voor een 30-minutenproef. Daaronder bevinden zich enkele teksten die gebruikt werden bij de 24-uurs-estafettewedstrijd die in 2005 in Assen werd gehouden. Volume 6 bevat voorts ook heel wat teksten afkomstig van het Nederlands kampioenschap (computer)typen, met dank aan Bernhard boot. Daarnaast ben ik ook bijzonder blij weer enkele teksten van de jeugdwedstrijd in Wenen te kunnen publiceren.

Dit volume telt 468 pagina’s en bevat 66 wedstrijdteksten, waarvan 41 Nederlandstalig en 25 anderstalig (Engels, Duits, Frans, Tsjechisch, Kroatisch, Hongaars en Slowaaks).

Na zes volumes zijn inmiddels al 286 wedstrijdteksten opgenomen in Het Grote Wedstrijdtekstenboek, samen goed voor 1906 pagina’s tekst, verdeeld over 179 Nederlandstalige en 107 anderstalige teksten (waarvan 42 Duits, 23 Engels en 28 Frans). En we zijn nog lang niet klaar, want er is nog een wachtlijst van meer dan 200 teksten die momenteel in voorbereiding zijn.

Mocht je een fout of een vermeende fout opmerken (niet enkel in de wedstrijdteksten maar om het even waar in het boek, ook in de eerder verschenen volumes), aarzel dan niet om het mij te melden, zodat ik de fout bij een toekomstige update kan herstellen. Melden kan door een reactie te plaatsen op deze blog of door een e-mail te sturen aan gwtb@gebotopia.be.

Ook met dit boek kun je uiteraard weer gebruik maken van de GWTB Service om je teksten te laten nakijken, zodat je meteen kunt zien welke fouten je hebt gemaakt.

Ik wens je veel plezier met Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 6!

N.B.: tegelijk met de publicatie van dit nieuwe volume hebben ook de eerdere volumes een update gekregen.

woensdag 19 juni 2019

Korte wedstrijdteksten

Het Grote Wedstrijdtekstenboek bevat zowel korte als lange teksten. Wist je dat je met de GWTB Service ook een korte tekst gebruiken als je gedurende langere tijd wilt typen? Ben je aan het einde van de tekst gekomen, dan begin je de tekst gewoon van voor af aan.

Je mag kiezen hoe je dat doet: ofwel typ je aan het einde van de tekst gewoon een spatie en begin je opnieuw, ofwel druk je één of meer keren op de Return-toets voordat je opnieuw begint. De GWTB Service zal automatisch herkennen dat je opnieuw begonnen bent. Simpel, niet?

Je hebt nu dus geen enkel excuus meer om de kortere teksten uit Het Grote Wedstrijdtekstenboek niet te gebruiken bij je training voor de volgende typewedstrijd. Veel succes!

zondag 2 juni 2019

Goed voorbereid naar het WK

Het WK tekstproductie nadert met rasse schreden. Van 13 tot 19 juli vindt in Cagliari, de hoofdstad van het Italiaanse eiland Sardinië, het 52e Intersteno-congres plaats, met daaraan gekoppeld de wereldkampioenschappen in tekstproductie, tekstcorrectie, tekstverwerking en aanverwante disciplines.

Wie zich ingeschreven heeft voor de wedstrijd TP (tekstproductie), moet nu toch echt wel dringend wat beginnen oefenen. Ook al ben je een ervaren typist en haal je slapend de normen (30 minuten typen met een minimumsnelheid van 360 apm en maximaal 0,25% fouten), dan nog doe je er goed aan toch minstens een paar keer te trainen. Ook al breng je een groot deel van je werkdag al typend door, een typewedstrijd is toch nog iets anders dan wat je op kantoor doet.

In Het Grote Wedstrijdtekstenboek vind je een heleboel teksten die je kunt gebruiken om te oefenen, en dankzij de GWTB Service moet je je werkstukken niet meer zelf nakijken om je fouten te vinden. Het gebruik van de service wordt ten sterkste aangeraden. Gebruikers die enkel spellingcontrole gebruiken, hebben immers geen enkele garantie dat ze alle fouten zullen vinden. Spellingcontrole kan bijvoorbeeld niet ontdekken waar je een woord te veel of te weinig getypt hebt, of waar je een woord vervangen hebt door een ander (bestaand) woord. Ook fouten tegen leestekens glippen door de mazen van het net. Met de GWTB Service heb je de zekerheid dat alle fouten ontdekt worden, zonder dat het je ook maar enige moeite of tijd kost.

WK Berlijn 2017

Doordat de verschillende soorten fouten met verschillende kleuren aangeduid worden, krijg je ook meer inzicht in welk soort fouten je het vaakst maakt: ontbrekende, toegevoegde of omgewisselde letters, of fouten tegen de hoofdletters. De GWTB Service gebruikt daarbij dezelfde kleuren waarmee je al vertrouwd bent van de Intersteno-internetwedstrijd.

De vijf reeds verschenen volumes van Het Grote Wedstrijdtekstenboek bevatten samen maar liefst 138 Nederlandstalige teksten (plus nog een ruime selectie teksten in vreemde talen). Keuze genoeg dus. Bij het trainen is het overigens van belang dat je niet te vaak dezelfde teksten opnieuw gebruikt. Door herhaling krijg je de moeilijke woorden ‘in de vingers’ en ga je ze op de duur sneller typen, met minder kans op fouten. Dat is natuurlijk prima, maar trainen met nieuwe, onbekende teksten (of teksten die je al heel lang niet meer overgetypt hebt) is een must. Op de wedstrijd zul je immers ook een onbekende tekst voorgeschoteld krijgen.

Kijk ter voorbereiding van het WK ook nog eens na of de autocorrectie-opties van je tekstverwerker optimaal ingesteld staan. De standaard opties zijn er om je te helpen, maar ze kunnen je in bepaalde omstandigheden bij een wedstrijd toch de das omdoen. (Her)lees nog even de artikels over punten en hoofdletters en over aanhalingstekens, weglatingstekens en gedachtestreepjes voor meer informatie.

In LibreOffice Writer is er ook een handige optie waarmee je kunt vermijden dat je dubbele spaties typt, een optie die helaas ontbreekt in Microsoft Word.

Ook de Shift Lock- of Caps Lock-toets kan voor vervelende problemen zorgen tijdens een wedstrijd. Wanneer je die toets per ongeluk indrukt, heb je voor je er erg in hebt een paar regels in hoofdletters getypt. Wil je dat risico niet lopen, dan is er een leuke hack waarme je de Shift Lock of Caps Lock kunt uitschakelen.

Zorg dat je goed voorbereid naar het WK trekt: zorg voor voldoende training en denk aan de juiste software-instellingen.

Tot slot nog een vanzelfsprekende maar niet overbodige tip voor wie met een draadloos klavier typt: doe voor de wedstrijd nieuwe batterijtjes in je toetsenbord. Het zou niet leuk zijn om ergens halverwege de wedstrijd te moeten vaststellen dat je toetsenbord het niet meer doet...