zaterdag 15 juli 2017

Punten en hoofdletters

Wanneer je Microsoft Word gebruikt om mee te doen aan het WK tekstproductie of aan een andere wedstrijd computertypen, kijk je best op voorhand eens goed naar de AutoCorrectie-opties van Word. AutoCorrectie is een groep functies die ervoor zorgen dat enkele vaak gemaakte fouten automatisch gecorrigeerd worden en dat bepaalde tekens of afkortingen automatisch vervangen worden.

De makers van Word hebben deze functies ingebouwd om je te helpen, maar soms doen ze meer kwaad dan goed. Als je je niet bewust bent van wat Word allemaal automatisch achter je rug om doet, dan kun je op een typewedstrijd voor onaangename verrassingen komen te staan.

Eén van de opties die standaard aangevinkt staan, is de optie ‘Zinnen met een hoofdletter beginnen’. De optie zorgt ervoor dat iedere zin met een hoofdletter begint, ook als je vergeet de hoofdlettertoets te gebruiken. Met andere woorden: telkens wanneer je een punt, een vraagteken of een uitroepteken typt gevolgd door een spatie, interpreteert Word dat als het einde van een zin. Typ je daarna een nieuw woord en vergeet je de eerste letter met de hoofdlettertoets te typen, dan zal Word er automatisch toch een hoofdletter van maken.

Best handig, zo’n functie, ware het niet dat niet iedere punt aan het einde van een zin staat. In een tekst kunnen natuurlijk ook afkortingen staan, en de punt aan het einde van een afkorting betekent meestal niet het einde van de zin. Typ je bijvoorbeeld: ‘subsidies, bv. bouwpremies’, dan zal Word het woord na de afkorting een hoofdletter geven: ‘subsidies, bv. Bouwpremies’.


Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Als je die instelling niet hebt aangepast en je bent je er niet van bewust dat Word je tekst achter je rug om heeft veranderd, dan wordt dat op een wedstrijd als fout aangerekend, terwijl je eigenlijk helemaal geen fout hebt gemaakt!

De makers van Word zijn zich van dit probleem bewust, en daarom hebben ze de mogelijkheid voorzien om met een lijst van uitzonderingen te werken: een lijst van afkortingen waarbij Word na de punt niet automatisch een hoofdletter mag zetten. Het jammere is nu echter, dat de veelgebruikte afkorting ‘bv.’ niet standaard in die lijst staat.

Als gebruiker kun je nu twee dingen doen: ofwel schakel je de functie ‘Zinnen met een hoofdletter beginnen’ uit, zodat Word niet automatisch kleine letters wijzigt in hoofdletters, ofwel vind je de functie toch wel handig en voeg je de afkorting ‘bv.’ toe aan de lijst met uitzonderingen. Aan jou de keuze. Maar in ieder geval zul je een van beide aanpassingen moeten doen, anders krijg je op een wedstrijd mogelijks onterecht een te hoog aantal fouten aangerekend.

Je vindt de AutoCorrectie-opties van Word hier: klik op Bestand > Opties > Controle > AutoCorrectie-opties > AutoCorrectie. Schakel het selectievakje bij ‘Zinnen met een hoofdletter beginnen’ uit of klik op de knop ‘Uitzonderingen’ om de uitzonderingen te beheren.

woensdag 12 juli 2017

GWTB Service

Gisteren kondigde ik het al aan, en vandaag is het zover: vanaf nu kun je gebruikmaken van de GWTB Service, een gratis webdienst die je wedstrijdteksten automatisch voor je nakijkt, de fouten vindt en de resultaten netjes en overzichtelijk presenteert.

Het werkt als volgt:
  1. Je typt een tekst over uit Het Grote Wedstrijdtekstenboek. Wanneer je klaar bent, bewaar je de tekst op je harde schijf. Zet het volgnummer van de tekst en de tijdsduur in de bestandsnaam.
  2. Je stuurt een e-mailbericht naar gwtb.service@telenet.be, met in bijlage het opgeslagen bestand met de overgetypte tekst.
  3. Mijn software kijkt je tekst na, en even later krijg je een mail terug met het resultaat.
Je moet met een aantal dingen rekening houden. Om te beginnen moet je je tekst opslaan als .docx-bestand. Dat is het standaard bestandsformaat van Microsoft Word. Je mag ook een ander programma gebruiken (bv. LibreOffice Writer), zolang je het bestand maar opslaat als .docx.

In de bestandsnaam zet je het volgnummer van de tekst uit Het Grote Wedstrijdtekstenboek. Dat volgnummer vind je in de kopregel van iedere pagina en op het titelblad dat aan de tekst voorafgaat. Na het volgnummer zet je een ander teken (bijvoorbeeld een streepje of een spatie) en daarna de duur van de proef in minuten.

Een voorbeeld maakt alles duidelijk. Stel dat je de tekst met het nummer 116 overgetypt heb uit Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 1 (‘De hervorming van het landbouwbeleid’, p. 82) en dat je gedurende 30 minuten getypt hebt. Je geeft het bestand dan de volgende naam:

116-30.docx

Dat bestand stuur je dus naar gwtb.service@telenet.be. Het maakt niets uit wat het onderwerp van het e-mailbericht is en ook niet of er nog tekst in het bericht staat.

Wanneer de GWTB Service je bestand ontvangt, vergelijkt het programma je tekst met de originele tekst uit het boek. Alle fouten worden met een kleur gemarkeerd. Om het simpel te houden, gebruikt de software dezelfde kleuren als de Taki-software van de Intersteno-internetwedstrijd. Wellicht ben je daar al mee vertrouwd, en dan is het natuurlijk handig dat we dezelfde manier gebruiken om de fouten aan te duiden.


Het programma telt meteen ook het aantal aanslagen en berekent je snelheid, je foutenpercentage en je punten. Het puntenaantal wordt berekend volgens de normen van het WK van Intersteno, d.w.z. per fout gaan er 100 aanslagen af.

Wanneer de GWTB Service klaar is met het nakijken van je tekst en het berekenen van je resultaat, stuurt het programma je een mail terug. Als bijlage bij die mail zul je een HTML-bestand aantreffen met daarin de tekst die je getypt hebt. Alle fouten zijn met kleur gemarkeerd en je resultaten worden netjes vermeld.

Deze software is gloednieuw en moet dus nog grondig in de praktijk getest worden. Daarom heb ik zo veel mogelijk bèta-testers nodig. Ben je aan het oefenen voor een typewedstrijd en wil je het even proberen? Registreer je dan eerst door een mailtje te sturen naar gwtb@gebotopia.be. Dan voeg ik je toe aan de lijst van bèta-testers. Daarna kun je naar hartenluist de GWTB Service gebruiken. Alle opmerkingen en suggesties zijn uiteraard van harte welkom.

De afkorting ‘GWTB’ staat overigens voor Grote Wedstrijd-Teksten-Boek. Veel plezier ermee!

dinsdag 11 juli 2017

Teksten nakijken, een hele klus!

Wedstrijdteksten overtypen als voorbereiding op het WK, allemaal goed en wel, maar als je wilt weten hoeveel fouten je gemaakt hebt, dan moet je die overgetypte teksten ook allemaal nakijken.

Dat is namelijk een van de verschillen tussen overtypen vanaf het scherm zoals met de Taki-software van de Intersteno-internetwedstrijd en overtypen vanaf papieren concept zoals op het WK: bij de internetwedstrijd wordt de tekst meteen door de software nagekeken, en je fouten worden netjes gemarkeerd en geteld; wanneer je een tekst van papier typt met een teksteditor of tekstverwerkingsprogramma, dan moet je de tekst achteraf zelf nog nakijken.


Je zou natuurlijk de spellingcontrole van Word kunnen gebruiken, maar zoals iedere tekstverwerkingstypist(e) weet: met spell check ontdek je niet noodzakelijk alle fouten. De spellingcontrole vindt namelijk alleen maar woorden die niet in het woordenboek staan. Heb je per vergissing een woord vervangen door een ander (bestaand) woord, dan zal spell check dat niet ontdekken. Heb je bv. ‘dit’ getypt i.p.v. ‘dat’, of ‘een’ i.p.v. ‘het’, dan wordt dat niet gedetecteerd. Wat je ook niet met spellingcontrole kunt ontdekken, is waar je een of meerdere woorden toegevoegd of weggelaten hebt, of waar je bijvoorbeeld een komma vergeten bent.

Maar wanneer je 30 minuten lang een tekst overgetypt hebt, dan ben je minstens nog eens zoveel tijd kwijt met het nakijken ervan. Je moet je tekst niet enkel nalezen, je moet ook voortdurend vergelijken met de originele kopij om geen enkele fout over het hoofd te zien. Dat nakijken kan niet alleen tijdrovend, maar ook erg zenuwslopend en saai zijn.

Dat moet anders kunnen, dacht ik, want ik hou niet van zenuwslopend en saai. Ik heb dus nagedacht over dit probleem, en ik kan niet zonder enige trots melden dat ik ondertussen heel dicht bij een oplossing ben. Binnenkort lanceer ik hier de GWTB Service, een gratis webdienst waarmee je je teksten automatisch kunt laten nakijken. (GWTB staat voor Grote Wedstrijd-Teksten-Boek, of wat had je gedacht?)

Hoe zal het werken?
  1. Je typt een tekst over uit Het Grote Wedstrijdtekstenboek. Wanneer je klaar bent, bewaar je de tekst op je harde schijf (met het volgnummer van de tekst in de bestandsnaam).
  2. Je stuurt een e-mailbericht naar GWTB Service, met in bijlage het bestand met je tekst.
  3. Mijn software kijkt je tekst na, en even later krijg je een mail terug met het resultaat.
Simpel, niet? Althans, zo stel ik me voor dat het zal werken. Ik ben momenteel druk aan het programmeren om bovenstaand scenario voor elkaar te krijgen. Wanneer ik klaar ben, zal ik natuurlijk enkele bèta-testers nodig hebben om het zaakje even uit te proberen.

Geïnteresseerd? Stuur dan alvast een mailtje naar gwtb@gebotopia.be, dan voeg ik je toe aan de lijst van bèta-testers, want voorlopig zal de service enkel werken voor geregistreerde gebruikers (kwestie van spammers buiten te houden).

vrijdag 7 juli 2017

De vierfasentrainingsmethode

Vanaf pagina 186 in Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 1 lees je over de zogenaamde vierfasentrainingsmethode van Jaroslav Zaviačič. Deze tekst, die gebruikt werd bij het West-Vlaams Kampioenschap Dactylografie van 1983, beschrijft allerlei technieken die wedstrijdtypisten kunnen gebruiken om hun resultaten te verbeteren. De methode is vooral gericht op het trainen in groepsverband.



Ik herinner me nog heel goed dat we in de zomer van 1983 enkele oefeningen uit de methode gebruikten bij onze voorbereidingen op het WK van Luzern. In de week voor het WK kwamen we vrijwel dagelijks samen in de school in Ardooie om er niet alleen een snelheids- en een perfectieproef te typen, maar ook enkele van Zaviačičs speciale oefeningen te maken.

Bij een van de oefeningen moest je tijdens het typen luidop ‘fout’ roepen telkens wanneer je een fout maakte. Als je in dezelfde regel of in de daaropvolgende regel weer een fout maakte, dan moest je ‘begin’ roepen en de tekst van voor af aan opnieuw beginnen. Door telkens ‘fout’ te roepen moest je openlijk tegenover iedereen toegeven wanneer je een fout had gemaakt, en de anderen mochten zich door dat geroep niet laten afleiden, of ze maakten zelf ook een fout.

We moesten ook ‘droogtrainen’: met de vingers op het tafelblad typen in plaats van op het klavier. Dat is lastiger dan het lijkt omdat je geen feedback krijgt, maar gelukkig merkt niemand het wanneer je een fout maakt. Een andere oefening bestond erin om een tekst van achter naar voor te typen, een oefening die de meeste deelnemers veel moeite kostte, maar waarin een paar enkelingen toch bijzonder bedreven bleken.

Zaviačič ontwikkelde de vierfasenmethode in de jaren 70 bij het trainen van de Oostenrijkse ploeg voor het WK. Hoe de methode precies in elkaar zit en wat de vier fasen zijn, daarvoor verwijs ik uiteraard graag naar de tekst zelf. De wedstrijdtekst is een vrije vertaling van een artikel dat in 1979 in een Duits vaktijdschrift verscheen.

Wie al aan een Intersteno-congres heeft deelgenomen, zal Jaroslav Zaviačič beslist al eens ontmoet hebben. Met zijn grijze krulsnor is hij een opvallende verschijning. Zaviačič is afkomstig uit Tsjechië. In 1954 richtte hij er zijn school voor type-onderricht op. Dat zijn lesmethode bijzonder succesvol is, kun je zien aan de resultaten van de Tsjechische deelnemers op het WK, die telkens weer erg hoge toppen scoren. Van 2005 tot 2007 (toen het WK in de Tsjechische hoofdstad Praag plaatsvond) was hij voorzitter van Intersteno; daarna bleef hij tot 2013 ondervoorzitter van de vereniging.

dinsdag 4 juli 2017

Hoe gebruik je Het Grote Wedstrijdtekstenboek?

Het Grote Wedstrijdtekstenboek is geen gewoon boek. Het bestaat enkel in elektronische vorm (PDF), niet in druk. Het is namelijk geen boek waarin je voor het slapengaan nog even een uurtje op de sofa gaat zitten lezen. Neen, het is een werkboek, een hulpmiddel bij de voorbereiding op de volgende typewedstrijd.

Het is de bedoeling dat je eerst zelf een afdruk maakt van de tekst(en) die je wilt overtypen. Ik zou je niet aanraden om meteen het hele boek af te drukken, want Volume 1 telt maar liefst 320 pagina’s.

Op een typewedstrijd zoals het WK van Intersteno krijgen de deelnemers de wedstrijdtekst op papier aangereikt: een aantal A4’tjes, aan één kant bedrukt. Het is de bedoeling dat je op dezelfde manier werkt met Het Grote Wedstrijdtekstenboek: je kiest een tekst uit en drukt de betreffende pagina’s enkelzijdig af. Dan beschik je over een stapeltje A4’tjes, net als op het WK.

Op het titelblad dat aan elke tekst voorafgaat, staat vermeld uit hoeveel pagina’s de tekst bestaat en welk paginabereik je moet opgeven om de tekst af te drukken.

Met Acrobat Reader doe je dat als volgt. Stel dat je de tekst ‘De glijdende werktijd’ uit Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 1 wilt afdrukken. Op het titelblad (p. 52) vind je het paginabereik: 53-57. Door op Ctrl+P te drukken of op het printerpictogram te klikken, open je het dialoogvinster Afdrukken. Daar selecteer je onder Af te drukken pagina’s de mogelijkheid Pagina’s, en in het vak daarnaast vul je het af te drukken paginabereik in: 53-57. Wanneer je vervolgens op de knop Afdrukken klikt, worden de betreffende pagina’s afgedrukt (en niet het hele boek).



De kans is erg groot dat Acrobat Reader, de populaire gratis PDF-reader van Adobe, al op je computer geïnstalleerd is. Mocht dat niet het geval zijn, dan kun je het programma downloaden en installeren vanaf get.adobe.com/nl/reader (denk eraan om de optionele aanbiedingen zoals McAfee Security Scan Plus af te vinken wanneer je ze niet wilt, zodat je enkel de Acrobat Reader-software installeert).

Heb je de tekst overgetypt, gooi de afgedrukte pagina’s dan niet weg, maar bewaar ze in een ringmap zodat je ze later nog eens opnieuw kunt gebruiken.

maandag 3 juli 2017

Volume 1

Oefenteksten nodig voor Berlijn? Het WK tekstproductie van Berlijn komt met rasse schreden naderbij. Nog enkele weken, en het is zover. Ben je, net als wij, al druk aan het oefenen om je snelheid nog wat omhoog en je foutenpercentage nog wat omlaag te krijgen? Dan kun je vast wat extra oefenmateriaal gebruiken.

Want zeg nu zelf, altijd maar dezelfde oefenteksten overtypen is maar saai. Nieuwe teksten zijn dus altijd welkom. Daarom zul je vast blij zijn met Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 1 (klik op de link om de PDF te downloaden).

Kijk even in de inhoudsopgave of blader even door het boek. Vooraan in het boek staan kortere teksten, verderop staan langere. Een geschikte tekst gevonden die je wilt overtypen? Druk de betreffende pagina’s af, start de klok en typen maar!

Het doel van het Grote Wedstrijdtekstenboek is tweeërlei: enerzijds willen we hiermee een oefeninstrument bieden dat wedstrijdtypisten kunnen gebruiken bij de voorbereiding op nationale en internationale wedstrijden computertypen; anderzijds leggen we hiermee een digitaal archief aan van historische wedstrijdteksten, zodat deze teksten voor het nageslacht bewaard blijven.

De teksten in Het Grote Wedstrijdtekstenboek zijn immers allemaal wedstrijdteksten die ooit gebruikt werden op typewedstrijden en typetrainingen in België, Nederland, Duitsland of Frankrijk en op de wereldkampioenschappen van Intersteno. Oudere teksten die niet digitaal beschikbaar waren, werden ingescand en ge-OCR’d (of opnieuw ingetypt), opgeschoond, waar nodig aangepast aan de hedendaagse spelling, en gespellcheckt.

De teksten zijn uitgeteld voor zowel azerty- als qwertyklavier en zijn dus bruikbaar voor Belgische en Nederlandse wedstrijdtypisten.

Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 1 is 320 pagina’s dik en bevat 37 wedstrijdteksten van verschillende lengte, afkomstig van verschillende typewedstrijden vanaf eind de jaren 60 tot heden. Het zijn voornamelijk Nederlandstalige teksten, maar achteraan in het boek vind je ook een selectie anderstalige teksten (Engels, Duits, Frans en Pools).

Ik wens je veel plezier met Het Grote Wedstrijdtekstenboek Volume 1 en veel succes bij de voorbereiding op het WK van Berlijn!

zaterdag 1 juli 2017

Het Grote Wedstrijdtekstenboek

Ik ben volop bezig aan een nieuw project: Het Grote Wedstrijdtekstenboek. Wedstrijdteksten, wat zijn dat, vraag je je misschien af. Als je je die vraag niet stelt, dan ben je wellicht net als ik een wedstrijdtypist. Buitenstaanders kijken doorgaans een beetje vreemd op wanneer ze vernemen dat er zoiets bestaat als typewedstrijden. Ja, je leest het goed: wedstrijden in typen. Niet alleen om te zien wie het snelst kan typen, maar ook wie daarbij het kleinste aantal fouten maakt.



Net als bijvoorbeeld loopwedstrijden of wedstrijden kleiduifschieten, bestaan er dus ook typewedstrijden. Zo gek is dat niet. Vrijwel elke discipline of vaardigheid zet mensen ertoe aan om zich met elkaar te meten en hun prestaties te vergelijken. Er is zelfs een wereldkampioenschap, en het volgende WK is al erg binnenkort: op zondag 23 juli 2017 is het zover. Dan komen de beste typers van de wereld bijeen in Berlijn. Iedereen typt in zijn of haar eigen taal, maar het zijn wel allemaal vertalingen van dezelfde basistekst. Vroeger typten we op schrijfmachines, maar tegenwoordig doen we dat natuurlijk met computers.

Als volwaardige wedstrijdtypisten en wereldkampioenen in spe moeten we ons natuurlijk goed voorbereiden. Daarom hebben we oefenteksten nodig. Hoe meer oefenteksten, hoe beter, want anders moeten we telkens dezelfde teksten overtypen, en dat gaat natuurlijk al snel vervelen.

Daarom heb ik mezelf tot nobel doel gesteld om Het Grote Wedstrijdtekstenboek te maken: een grote verzameling van teksten die gebruikt kunnen worden als oefenmateriaal bij de voorbereiding op nationale en internationale typewedstrijden. Ik schrijf al die teksten natuurlijk niet zelf, en ik haal ze ook niet uit boeken of tijdschriften of van het internet. Neen, het is een verzameling van teksten die vroeger al een keer op typewedstrijden gebruikt zijn. Sommige van die teksten zijn al behoorlijk oud, andere zijn vrij recent.

De oude teksten heb ik allemaal moeten inscannen en daarna OCR'en. OCR staat voor optical character recognition. Het is een proces waarbij de ingescande afbeelding van een pagina met tekst door de computer omgezet wordt naar een tekstbestand dat je met een teksteditor verder kunt bewerken. Dat bewerken is nodig, want het OCR-proces is niet feilloos. Als de originele tekst moeilijk leesbaar is – en dat is nogal eens het geval bij oude, gestencilde of slecht gefotokopieerde pagina's – dan staan er gegarandeerd fouten in, en die moeten natuurlijk verbeterd worden.

Ondertussen ben ik bijna klaar met volume 1 van mijn Grote Wedstrijdtekstenboek. Als het af is, post ik de link en kan iedereen het boek downloaden. Dan heb je meteen extra oefenmateriaal bij de voorbereiding op het WK van Berlijn.

Volume 1, zeg je? Ja, want het is nu al duidelijk dat ik zo veel teksten in mijn archief heb zitten, dat ik ze niet allemaal in één boek kwijt kan. Later volgt dus zeker nog een volume 2, en wellicht ook nog een volume 3.

Tot zover deze korte inleiding over typewedstrijden, wedstrijdtypisten en wedstrijdteksten. Wil je op de hoogte blijven van mijn project? Blijf dan deze blog volgen!